De algemeen directeur is bevoegd voor de uitvoering van wat onder het begrip dagelijks personeelsbeheer gedefinieerd wordt. Om duidelijk te maken welke bevoegdheden hieronder vallen, stelt de raad dit begrip vast.
Worden als 'dagelijks personeelsbeheer' beschouwd en zijn als dusdanig een bevoegdheid van de algemeen directeur, onder de voorwaarden en binnen de modaliteiten bepaald door de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement:
1. Vaststellen van functiebeschrijvingen:
2. Indiensttreding:
3. Mobiliteit:
4. Opdrachthouderschap en functieverzwaring:
5. Waarnemen van een hogere functie:
6. Verloven:
7. Vorming:
8. Evaluatie:
9. Personeelsbeheer - algemeen:
10. Salaris, toelagen en vergoedingen:
vaststelling van het individueel jaarsalaris met inbegrip van de overname van de anciënniteiten, (bijvoorbeeld het beslissen over het aantal jaren relevante beroepservaring, de valorisatie van de diensten, de toekenning van periodieke salarisverhogingen, het toekennen van schaalanciënniteit)
11. Verhoudingen met vakorganisaties:
het voor kennisneming viseren van de berichten van de vakorganisaties die in de lokalen van de diensten van het personeel waarvan zij de beroepsbelangen behartigen worden aangeplakt (Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel)
Artikel 1. De raad keurt de vaststelling van het begrip dagelijks personeelsbeheer zoals opgenomen in het tekstvak 'Considerans' goed.
Artikel 2. De algemeen directeur zal per kwartaal aan het college van burgemeester en schepenen rapporteren over de uitoefening van haar bevoegdheden inzake dagelijks personeelsbeheer.
Artikel 3. Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de toezichthoudende overheid en de dienst Personeel.